Aandacht 2.0

Nederlandse studenten scoren slecht in het onderwijs. Waar ligt dat aan?

Studenten geven zelf al aan dat lessen soms saai zijn. De kwaliteit van het onderwijs verslechtert, is de aanname; in een noodgreep om studenten bij de les te houden, wordt de standaard almaar naar beneden bijgesteld. Algemeen luidt het credo: het is de taak van de docent om lessen leuk te maken.

Jammer dat in deze context zelden de docenten gevraagd wordt naar hun mening. Want elke docent kan je vertellen hoe hard hij of zij werkt om de lessen leuk te maken, uitdagend en leerzaam, en soms ook een beetje grappig.  Maar elke docent kan je ook vertellen dat er vaak eenvoudigweg geen tijd is om lessen altijd zodanig spannend te maken zodat studenten worden geboeid.

Studenten die, naast de te volgen les, uiteraard ook aandacht moeten hebben voor elkaar, voor Insta, voor de groeps-app, en al die andere prikkels die aan ze trekken. Zelfs als je tijdens de les elke vorm van digitale interactie verbiedt, zijn ze in hun hoofd bezig met de reactie die ze straks online gaan zetten. FOMO – Fear of Missing Out, is niet alleen een werkelijkheid voor ze, ze vallen letterlijk buiten de groep als ze grappen in de groepsapp missen en daardoor niet mee kunnen gniffelen om inside jokes. Als docent wacht je de geuzentaak om boven al die prikkels uit te komen, en de student zodanig te boeien dat ze aandacht voor je houden.

Lesgeven moet spannender, leuker, vermakelijker. Een docent is pas echt een docent als hij kan entertainen. Pas als zijn verhalen niet zouden misstaan in het donker bij een kampvuur, voldoet hij aan de eisen van een docent 2.0.

En er zijn ook wel initiatieven om inspirerender les te geven. Denk aan hippe termen als flipping the classroom, weblectures en gamification. Allemaal blitse jasjes om de leerstof in te verpakken. Zodat je boven al die prikkels uitsteekt, en de mate van ‘fun’ in de les de motivatie aanwakkert.

Je kunt je afvragen waar dan het lesgeven ophoudt en het entertainen begint. Wat is de ideale verhouding tussen  ‘fun’ en ‘fact’? En wat is er gebeurd met de filosofie dat studeren, een vak leren, soms gewoon een kwestie van doorbijten is? Niet alle lessen zijn leuk, niet alle details even interessant. Studeren is, naast het ontdekken van nieuwe kennis, ook een voorbereiding op het werkveld. En dat betekent dat je af en toe moet doorzetten ‘omdat het moet’. Dat hoort erbij.

Uiteindelijk kan de docent alleen maar het onderwijs faciliteren. Want de enige die verantwoordelijk is voor zijn leerproces, blijft toch echt de student zelf. Er zijn gelukkig wel nieuwe visies op leren (daarover ga ik uiteraard nog uitgebreid schrijven), die in elk geval voorkomen dat een student elke dag zes uur achter elkaar in de luisterstand moet zitten. Want zeg nou zelf, dat houden zelfs de meeste volwassenen niet vol.