Trots

Laatst moest ik ergens een biografietje voor aanleveren. De pr had al een voorzet gedaan. Of ik er even naar wilde kijken? Natuurlijk wil ik dat. Daar stond: 

Juffert is docent communicatie en schrijfvaardigheid. Ze heeft tevens ervaring als trainer communicatie. 

Nu stond er op de plek van Juffert natuurlijk mijn eigen naam, die nu niet zo belangrijk is. Maar waar ik erg om moest lachen, was mijn ‘ervaring als trainer communicatie.’ Dat was zeer duidelijk van mijn LinkedIn profiel afgehaald. Een profiel dat al een tijdje ge-update moet worden; ik heb het niet meer aangepast sinds ik vijf jaar geleden aan mijn huidige baan begon. Gelukkig stond er niet ‘trainer online communicatie’. Dan was ik er denk ik in gebleven. 

Trainer communicatie. In hoeverre het klopt, is een rekbaar begrip. Ik heb ze gegeven, die trainingen, een handvol cursussen spelling en schrijfstijl aan weerbarstige secretaresses die van hun leidinggevende aan hun kortpittige kapsels naar de training waren gesleept. Als 25-jarig broekie stond ik daar, met nul overredingskracht en het verkeerde dialect. De dames giechelden door mijn uitleg heen en wisselden onderling briefjes uit. Ik ben blij dat ik nooit heb geweten wat daarop heeft gestaan. 

Ik moest ze leren om dicht bij de lezer te blijven met schrijven. Probeerde ze uit te leggen dat woorden als ‘onzerzijds’ en ‘ultimo’ niet per definitie het beste waren als je huurders van sociale woningbouw probeerde te bereiken. ‘Maar hoezo dan,’ kwam het argument. ‘Er moet toch een beetje afstand blijven tussen overheid en burger? Dat onderscheid moet wel duidelijk zijn, hoor.’ 

Nee, liever niet. Maar dat kreeg ik ze maar nauwelijks uitgelegd. Ik was te jong en mijn g was te zacht. Nog voor ik mijn volledige naam had uitgesproken kreeg ik boven de rivieren het stempel ‘dom’. Ik kreeg de cursisten niet mee met mijn zorgvuldig voorbereide argumenten, uit tekstboeken geleerd. Ze wilden het niet snappen.

Net zoals mijn baas van toen niet wilde snappen dat het niet per se oké is om wel kritiek te geven, maar geen feedback. Dat ik daar zo onzeker van werd dat ik mijn werk niet goed meer kon uitvoeren. Maar ik was onder de indruk van mensen die ouder en meer ervaren waren dan ik. Misschien was dit wel normaal. Misschien was ik wel dom – ik maakte immers fout op fout. Misschien was ik niet goed genoeg in het vak waarin ik cum laude was afgestudeerd. 

Dat was ik natuurlijk wel. Maar, wist ik veel. Hoe oud was ik toen? Te jong om op mijn strepen te gaan staan.

Nu zou ik het kunnen. Maar ja, nu ben ik bijna tien jaar ouder en iets meer door de wol geverfd. Nu zou ik ook mijn baas van toen al heel snel hebben gezegd dat hij de pot op kon, en de eer aan mezelf hebben gehouden. Ik zou met rechte rug uit dat kantoor zijn weggelopen. 

Oh wacht. Dat heeft mijn vijfentwintigjarige zelf destijds ook gedaan. Met opgeheven hoofd en het verkeerde dialect. 

Ik ga mijn LinkedIn maar eens even aanpassen, denk ik.