De docent die je ‘zag’

Weet jij nog welke docent de meeste indruk op je maakte op school?

Op donderdag 7 april zaten Dolf Jansen en Anna Gimbrère daar aan tafel om te vertellen over de docent die tijdens hun schooljaren een onuitwisbare indruk had gemaakt. Aanleiding was het boekenweekessay van dit jaar: Het Warmtefort, geschreven door Marieke Lucas Rijneveld. Die heb ik nog eens geïnterviewd trouwens, maar dat terzijde. 

Het Warmtefort is ‘een ode aan de docent’ volgens het NRC. Ik heb het zelf nog niet kunnen lezen, maar het zette me wel aan het denken. Welke docenten hebben op mij indruk gemaakt? Wie heeft mij gevormd? In mijn gedachten ga ik de vele gezichten af die ik in de loop der jaren voor de klas heb gezien. Juf Marja op de basisschool, met haar lieve glimlach. Of mijn scheikundedocent op de middelbare school, die me met zoveel geduld die ellendige molecuulverbindingen uitlegde.

Maar de docenten die op mij de meeste indruk maakten, kwam ik tegen tijdens mijn studie Communicatiewetenschappen op de universiteit. Twee professoren met name, die niet alleen ter zake indrukwekkend kundig waren, maar ook nog eens in staat waren om mij als persoon te ‘zien’. Die mij erdoorheen sleepten toen mijn vader steeds zieker werd en uiteindelijk kwam te overlijden. Die mij de ruimte en het vertrouwen gaven om mijn weg te vinden en uiteindelijk cum laude af te studeren. 

Deze mensen hebben me niet geïnspireerd om zelf voor de klas te gaan staan – die roeping kwam pas nadat ik in het onderwijs terecht kwam. Wel wisten ze te bevestigen dat ik, na een verkeerde keuze, nu wel op de goede opleiding zat.

Als ik zie dat je een rotdag hebt, zal ik de week erop vragen of het beter met je gaat

Vraag maar eens aan mensen om je heen: welke docent maakte op jou indruk tijdens je schooljaren? Dikke kans dat alle antwoorden op elkaar lijken. Het waren de docenten die lol hadden in hun vak, die niet te beroerd waren voor een grapje of een praatje, en die de stof bevlogen konden uitleggen. Dikke kans dat het ook docenten waren die het opmerkten als je worstelde met de stof, of met je eigen sores. Docenten die, kortom, je zagen.

Ik heb er nooit heel bewust over nagedacht wat voor docent ik wilde zijn. Wel wist ik al heel vroeg dat ik méér wilde zijn dan een wandelende wikipedia. Het duurde wel even voor ik mijn weg daarin had gevonden, trouwens. Hoe te worden zoals die lieve Juf Honey uit Matilda, Miss Watson uit Mona Lisa Smile, of gewoon mijn fijne professoren op de universiteit? Want ook al wilde ik nooit het onderwijs in – toen ik eenmaal voor de klas stond, wilde ik het ook goed doen.

Authenticiteit bleek voor mij het startpunt. Niet wie ik wil zijn, maar wie ik echt ben. Dicht bij mezelf blijven dus. Namen onthouden lukt me niet, maar als ik zie dat je een rotdag hebt, dan vraag ik de volgende week of het weer beter met je gaat. Als je vastloopt met je opdracht, dan mag je je vragen altijd stellen, ook al voelt het alsof het misschien al drie keer eerder is gezegd. Te spannend om me aan te spreken? Teams chat staat open. 

Als jij had werkt, werk ik hard voor jou

Mijn credo? Als jij hard werkt, werk ik hard voor jou. En nee, dat gaat dus niet om studieresultaten, maar de inzet die je toont. Of je nu aan het begin of het einde staat van je opdracht, of je nu hopeloos achter loopt of niet. Of je nu even kwijt moet dat het thuis niet zo lekker gaat, of je hebt de voorwaarden van de opdracht niet meer zo scherp – ik wil helpen. Dat is mijn missie als docent: jou coachen om je studie met vertrouwen te doorlopen. 

Authenticiteit doet het altijd goed, denk ik. Blijf dicht bij jezelf en zoek vanuit daar uit wat werkt. Studenten zijn spiegels – die geven je echt wel terug wat ze nodig hebben. Je moet het alleen wel durven zien.