Interviewtechniek

Als ik niet zelf schrijf, dan praat ik met schrijvers. 

Elke maand bezoekt een gevestigd Nederlands auteur het Literair Café in mijn dorp. Niet alle schrijvers zijn ook begenadigd spreker, en dus komt mij dan de schone taak toe om met hen het gesprek aan te gaan voor een live publiek. Die interviews duren ruim anderhalf uur en worden zorgvuldig door mij voorbereid. Ik doe het nu al een paar jaar en het bevalt me uitstekend. Een mooi moment dus om mijn kennis en ervaring te delen in een blog. 

De basis

Eerst een klein stukje basisuitleg. Er zijn feitelijk drie soorten interviews: gestructureerd, semigestructureerd en ongestructureerd. Bij een gestructureerd interview liggen de vragen en hun volgorde vast – denk aan een enquête. Handig als je antwoorden van grote groepen mensen wil analyseren. 

Het semigestructureerd interview geeft je al meer vrijheid: je hebt wel vragen opgesteld, maar het gesprek biedt de ruimte om hiervan af te wijken. Dit zijn diepte-interviews waarin je kunt doorvragen op onderwerpen die niet helemaal duidelijk zijn. 

Het derde type interview is ongestructureerd. Hierbij heb je vaak alleen een lijst met onderwerpen die je in elk geval aan bod wil laten komen. De wijze waarop je je vraag stelt, of de volgorde waarop onderwerpen aan bod komen, staan vrij. 

De interviews die ik afneem, zijn live mét een publiek. Dit betekent dat ik vooraf wel een beetje moet vastleggen hoe het gesprek zal verlopen. Zo weet ik zeker dat het voor de kijkers interessant en begrijpelijk blijft. Ik gebruik dus een semi-gestructureerd interview. 

De voorbereiding

Het doel van je interview bepaalt ook de richting van je vooronderzoek.

Wie je ook interviewt, een goede voorbereiding is noodzakelijk. Daarvoor kun je de volgende stappen doorlopen.

Bepaal het doel

Het doel van je interview stuurt je voorbereiding. Is het een live interview met publiek? Is het om een artikel van te schrijven? En waar moet dat artikel over gaan? Het doel van je gesprek bepaalt de onderwerpen die ter sprake komen. Dat klinkt heel vanzelfsprekend, maar je zult merken dat dit nog best uitdagend kan zijn als je je vragen gaat opstellen.

Lees je in

Google de persoon die je gaat interviewen. Dat is niet altijd eenvoudig, zeker als je onbekenden bespreekt. Kijk daarom ook altijd verder dan alleen de persoon: google het bedrijf of zelfs het vakgebied. Zorg dat je op de hoogte bent van trends en ontwikkelingen die mogelijk relevant zijn. Een goede voorbereiding wordt altijd erg gewaardeerd door de persoon die je interviewt. Wil je vragen stellen over iemands persoonlijke leven of juist het werk? Het doel van je interview bepaalt ook de richting van je vooronderzoek.

Formuleer open vragen 

Je onderzoek bepaalt de topics of vragen die aan bod zullen komen. Vragen formuleer je open. Dat betekent dat ze beginnen met ‘wat’, ‘hoe’ of ‘waarom’. ‘Waar’ en ‘wanneer’ kunnen ook. Open vragen nodigen uit tot lange antwoorden, Gesloten vragen kunnen vaak met ‘ja’ of ‘nee’ worden beantwoord, en dan gaat je gesprek niet de diepte in. 

Dus liever: “wat vindt u het leukst aan uw werk?” En liever niet: “Vindt u uw werk leuk?” 

Formuleer enkelvoudige vragen 

Ik zie het vaak gebeuren in studentinterviews: gecombineerde vragen. “Vindt u uw werk leuk en zo ja, wat vindt u er zo leuk aan?” is een voorbeeld van zo’n gecombineerde vraag. Eigenlijk volstaat alleen het tweede deel. Bovendien krijg je bij dubbele vragen vaak maar antwoord op één deel. Houd het dus simpel! 

Maak bruggen

Wat ik zelf erg prettig vind om te doen, is om vooraf te bepalen hoe ik de verschillende onderwerpen aan elkaar koppel. Dit helpt me om de volgorde van de vragen (of topics) te bepalen. Bijvoorbeeld: “We hebben het net gehad over de leuke aspecten van uw werk. Zijn er ook zaken die u minder fijn vindt?” 

De uitvoering

Een interview afnemen is de eerste keren superspannend.

Een interview afnemen is super spannend, zeker de eerste keren. Een goede voorbereiding kan je enorm helpen. 

Neem het gesprek op

Schrijf je vragen op kaartjes als houvast.  En neem het gesprek op zodat je het kunt terugluisteren als je het wil uitwerken in een artikel. Dan hoef je niet tijdens het interview aantekeningen te maken en kun je je echt richten op het gesprek. Vraag daarvoor altijd wel even toestemming. 

Vraag door

Een interview heeft als doel om de ander aan het woord te laten. Staar je dus niet blind op alle vragen die je wil stellen, maar luister écht naar wat de ander te vertellen heeft. Vraag door op interessante zaken. Neem de tijd, en laat de ander uitpraten. 

Maak bruggen

Ik doe het al in mijn voorbereiding, maar vaak ook tijdens het interview bedenk ik ter plekke overgangen van het ene naar het andere onderwerp. Zo neem je de ander mee in jouw denkrichting en houd je de regie op het interview. Bijvoorbeeld: “We hadden het net al kort over de pandemie. Hoe heeft die uw persoonlijke leven beïnvloed?” 

Gebruik je voorbereiding

Als je iemand interviewt omdat die persoon een toffe baan heeft, begin het gesprek dan niet met: “Hoe heet u en wat doet u voor werk?” Dat weet je al – je hebt die persoon niet voor niets benaderd. Kleed het liever aan zodat die ander meteen de diepte in kan gaan: “U werkt bij Defensie. Hoe bent u daar terecht gekomen?”

Gebruik een open lichaamshouding

Non-verbale communicatie is alle communicatie die je zonder woorden overbrengt. Je intonatie bijvoorbeeld, maar ook je lichaamshouding. Zorg dat je ‘open’ zit: benen langs elkaar, handen losjes in je schoot of op de tafel. Niet wippen of wiebelen, dat geeft onrust. En check de lichaamstaal van de ander. Als daar spanning uit spreekt, kun je daar wellicht op inspelen door iets geruststellends te zeggen.

Maak aantekeningen, maar laat dat niet afleiden van je gesprek

De uitwerking

Herschrijf spreektaal naar schrijftaal. Laat denkwoorden als “uhm” gewoon weg. Dat leest niet fijn.

Na een live interview zit je werk erop en kun je uitrusten. Maar als je nog een artikel moet schrijven, ben je nu pas op de helft van je klus. 

Codeer

Luister het gesprek terug (als het is opgenomen) of bekijk je aantekeningen. Schrijf in steekwoorden op welke vragen en antwoorden je wil verwerken in je tekst. Maak hiervan een schematische opzet. 

Werk uit

Van die opzet maak je je eerste versie. Herschrijf spreektaal naar schrijftaal, maak er mooi lopende zinnen van. Maar: let op dat je nooit de ander woorden in de mond legt! Kies een uitwerkmodel: vraag-antwoord of toch liever fullquote? Of een mix? Je zult waarschijnlijk veel moeten schrappen. Blijf je dus steeds bewust van het doel van het interview. 

Laat lezen

Het is goed gebruik om een uitgewerkt interview terug te laten lezen door de bevraagde. Die kan dan eventuele correcties nog doorgeven. Zo weet je zeker dat je de essentie van het vertelde goed hebt gevat. 

Veel werk? Ja… best wel. Maar ook ontzéttend leuk om te doen. En oefening baart kunst. Je zult merken dat het beter gaat zodra je het een paar keer meer hebt gedaan. Succes!